Minister: industrie verantwoordelijk voor aanpak minerale olie
Van het kastje naar de muur, dat gevoel krijgen wij bij foodwatch rond de besmetting van voedsel door gevaarlijke minerale oliën. De industrie riep de overheid eerder op met maatregelen te komen. Minister Schippers gebruikt haar antwoorden op Kamervragen (van Dik-Faber, CU) over besmetting van voedsel met minerale oliën juist vooral om te wijzen op de verantwoordelijkheid van de voedingsindustrie om de besmetting aan te pakken. De minister stelt in haar antwoorden: “De bedrijven zijn zelf verantwoordelijk om veilige producten op de markt te brengen en deze veiligheid met adequate beheersmaatregelen te kunnen garanderen. ….. Ik heb de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) op deze verantwoordelijkheid aangesproken; zij heeft aangegeven hierop actie te ondernemen.” En “Zodra de blootstelling van dergelijke stoffen op (nagenoeg) schadelijke niveaus ligt moet alles in het werk worden gesteld om dit terug te dringen.” De minister geeft tevens aan dat “in Europees verband is afgesproken dat zo spoedig mogelijk gestart moet worden met monitoring van minerale oliën.”
De minister erkende in eerdere antwoorden op Kamervragen al dat “mengsels van MOAH’s inderdaad kankerverwekkend en mutageen kunnen zijn.” foodwatch ziet een levensgevaarlijk gat tussen de verwachting die de Minister heeft over het verantwoordelijkheidsgevoel van de voedingsindustrie en de praktijk: “In producten van een grote voedingsmultinational als Heinz (Brinta en Honig) heeft foodwatch nu tweemaal in korte tijd relatief hoge vervuiling met minerale oliën gevonden. De reactie van Heinz tot nu toe (1 en 2) is grofweg dat het niet hun probleem is. Ze gaan de vervuiling niet aanpakken en verwijzen foodwatch terug naar de overheid en brancheorganisatie. Van dit bekende kastje naar de muur is de consument al sinds de vaststelling van de schadelijkheid door voedselautoriteit EFSA in 2012, de dupe.”
Europese monitoring start – gewenste Europese normstelling duurt nog minstens een jaar
De minister geeft tevens aan dat “in Europees verband is afgesproken dat zo spoedig mogelijk gestart moet worden met monitoring van minerale oliën. Ook Nederland zal in dit kader met de dan beschikbare analysemethoden deelnemen. Deze stap is noodzakelijk om na een periode van analyse tot de mogelijke gerichte maatregelen te kunnen komen… De verwachting is dat normstellende regelgeving niet binnen een jaar gereed is. Ik zal actief deelnemen aan de Europese discussie en zodra de monitoringgegevens daartoe aanleiding geven, zal ik aandringen op normstelling…. Nederland kan nationale wetgeving opstellen als de monitoring aangeeft dat maatregelen noodzakelijk zijn en niettemin Europese wetgeving uitblijft.” Volgens de minister zet de voedingsindustrie “voor de korte termijn in op het gebruik van nieuw papier en karton en naar het aanbrengen van barrièrelagen of absorberende stoffen om te voorkomen dat de resterende vervuilende stoffen in de voedingsmiddelen terechtkomen.”
Besmetting voedsel met minerale oliën: voedselautoriteit EFSA trok al in 2012 aan de bel
Het probleem van de besmetting van voedsel met minerale olie is al lange tijd bekend. Al in 1991 verkregen onderzoekers in Zwitserland het eerste bewijs van de migratie van minerale oliën in levensmiddelen vanuit gerecyclede verpakkingen en andere bronnen. In 2012 publiceerde de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een zorgwekkend rapport over de aanwezigheid van minerale oliën MOAH en MOSH in voedsel. MOAH wordt er door de EFSA van verdacht kankerverwekkend en mutageen te zijn, terwijl MOSH mogelijk orgaanschade veroorzaakt. Vooral kinderen zijn daarbij een risicogroep. Op grond van het in Europa geldende voorzorgsbeginsel dienen voedselfabrikanten dan ook verplicht te worden maatregelen te nemen om deze stoffen uit hun producten te weren, vindt foodwatch. Dat nog niet alles bekend is, wil niet zeggen dat bekende effectieve maatregelen nu niet genomen moeten worden. Ook brancheorganisatie FNLI erkent dat “de aanwezigheid van minerale oliën in verpakkingen zo laag mogelijk moet zijn”.
foodwatch wil snel wettelijke normen
Niet alleen het probleem van de minerale oliën, maar ook de oplossing is al jaren bekend: een zogenaamde ‘functionele barrière’. Dat kan een aparte binnenzak zijn of bijvoorbeeld een coating aan de binnenkant van de (voedsel)verpakking. Zo'n barrière voorkomt dat minerale oliën en andere schadelijke stoffen uit de verpakking in ons eten 'lekken'. Daarmee is een belangrijke bron van vervuiling te voorkomen. Dit lost echter niet het probleem op van besmetting via andere bronnen, zoals machines voor het oogsten of verwerken van voedsel. Daarvoor zijn strenge maximumlimieten nodig voor in voedsel. Dit kan het beste in Europees verband worden geregeld. Omdat dit lang kan duren zijn tot die tijd Nederlandse regels nodig. De door de minister genoemde onduidelijkheden in meting en vraagtekens bij mogelijke maatregelen worden vooral misbruikt om nu geen maatregelen te hoeven nemen. Er zijn al genoeg maatregelen die bedrijven kunnen nemen die ook al in de praktijk worden toegepast. Daarom roept foodwatch bedrijven zoals Heinz op de gezondheid van hun klanten serieus te nemen en nú maatregelen te nemen.