Om te illustreren hoe de handel in futures werkt, hebben we een voorbeeld geschetst.
Initiële situatie
Een landbouwhandelaar weet in maart dat hij in augustus 500 ton tarwe moet verkopen om in zijn graansilo plaats te maken voor de nieuwe oogst. Een blik op de prijzen op de Europese graanbeurs Matif leert hem dat tarwe voor levering in augustus daar wordt aangeboden voor 200 euro per ton. Om zich vooraf van de prijs te verzekeren, doet hij via zijn computer, die hem in verbinding stelt met de Matif in Parijs, een aanbod om voor de leveringsmaand augustus tien verkoopcontracten over te nemen voor telkens 50 ton tarwe tegen deze prijs van 200 euro per ton. Dit komt overeen met de verwachtingen van een koper (bijvoorbeeld een broodfabrikant) die een bod doet op een overeenkomstig koopcontract. Zo ontmoeten de twee biedingen elkaar langs elektronische weg en via de beurscomputer worden beide contracten automatisch geldig.
De getekende contracten hebben nu een nominale waarde van 10 (contracten) x 50 (ton) x 200 euro, d.w.z. 100.000 euro. De landbouwhandelaar (verkoper van de tarwe) gaat dus een zogenaamde "short positie" aan. De koper aan de andere kant houdt daar een "long positie" tegenover.
Scenario 1
De tarweprijs daalt in augustus tot 150 euro per ton. De landbouwhandelaar ontvangt dus slechts 75.000 euro voor de verkoop van zijn 500 ton tarwe aan een koper op de fysieke markt, bijvoorbeeld een maalderij, hoewel hij 100.000 euro had willen bereiken. De via de beurs gesloten goederentermijntransactie beschermt hem echter tegen een verlies. Dit komt omdat hij oorspronkelijk het recht had verworven om voor 200 euro per ton te verkopen. De landbouwhandelaar zou dus in theorie de tarwe op de fysieke markt kunnen kopen voor 150 euro per ton en onmiddellijk weer verkopen voor 200 euro aan een van de pakhuizen van de beurs - en zo zijn verlies van de fysieke verkooptransactie compenseren. Omdat dit in de praktijk te duur is, wordt deze transactie uitsluitend financieel op de beurs afgehandeld.
Het werkt als volgt: kort voordat hun aan- of verkoopcontracten aflopen, zijn de houders ervan verplicht om deze contracten "te sluiten". Voor ons voorbeeld betekent dit dat de landbouwhandelaar evenveel aankoopcontracten voor 500 ton broodtarwe op de beurs moet kopen als hij oorspronkelijk verkoopcontracten had gekocht. Aldus heffen zijn long- en shortposities elkaar op en worden de contracten dus geneutraliseerd. Maar aangezien de tarweprijs is gedaald tot 150 euro per ton, kan de handelaar nu de tien verkoopcontracten kopen voor 7.500 euro per stuk (50 ton x 150 euro) - in totaal betaalt hij 75.000 euro voor 500 ton tarwe. Dit resulteert in een verschil tussen zijn dure verkoopcontracten (kort) en de goedkopere koopcontracten (lang) van 2.500 euro per contract. Hij maakt dus een beurswinst van 25.000 euro op zijn tien contracten en kan zo zijn verlies van de fysieke transactie compenseren. Dit bedrag wordt op zijn beursrekening bijgeschreven. Het komt erop neer dat hij precies het bedrag verdient dat hij had veiliggesteld door de futures in maart te kopen.
De handel in futures op de beurs vervult dus de functie van een soort "prijsverzekering" voor de landbouwhandelaar. De beurs rekent voor deze verzekeringsdienst kosten aan van ongeveer één euro per future.
Scenario 2
De tarweprijs stijgt in augustus tot 250 euro per ton. Zo kan de handelaar zijn tarwe verkopen voor een totaal van 125.000 euro en maakt hij een plus van 25.000 euro ten opzichte van zijn startpositie. Hij moet nu zijn op de beurs gekochte verkoopcontracten weer "afsluiten". Hij doet dit door tien koopcontracten te kopen tegen een prijs van 250 euro per ton, d.w.z. voor een nominaal bedrag van 12.500 euro per contract of een totaal van 125.000 euro. Het verschil tussen de waarde van zijn oorspronkelijke verkoopcontracten van 100.000 euro en de waarde van de aankoopcontracten die hij heeft verworven om ze af te sluiten, bedraagt 25.000 euro. Hij lijdt dus een koersverlies van 25.000 euro. Het komt erop neer dat ook in dit geval zijn handelstransactie precies het bedrag oplevert dat hij in maart via de termijncontracten had veiliggesteld.
Hetzelfde mechanisme wordt gebruikt door de kopers van de grondstoffen, in het geval van tarwebroodfabrieken en andere levensmiddelenproducenten. Gewoonlijk sluiten zij koopcontracten en stellen zij op die manier vooraf een prijs vast voor hun behoefte aan grondstoffen. Om deze afdekkingstransacties te laten werken, is het van belang dat er voldoende kopers/verkopers kunnen worden gevonden voor verkopen/aankopen in de toekomst. Daarom is een bepaald aantal speculanten noodzakelijk voor de werking van futuresbeurzen. Zij dragen bij aan de prijsafdekking van de verkopers/kopers.