Bijna helft groenteconserven gesuikerd
Zelfs groente valt ten prooi aan suiker strooiende voedingsindustrie
Uit onderzoek van foodwatch blijkt dat aan bijna de helft (46%) van de groenten in pot of blik suiker wordt toegevoegd. foodwatch: “Zelfs groente - hét toonbeeld van gezond - wordt zo door de voedingsindustrie met suiker bedorven.” foodwatch onderzocht het assortiment groenteconserven van de grootste 4 supermarkten en hieruit bleek dat aan 79 van de 170 blikken en potten groenten (46%) suikers waren toegevoegd. Zelfs aan biologische groenten bleken suikers toegevoegd. Doordat de voedingsindustrie overal suikers aan toevoegt, tot zelfs groente aan toe, krijgen consumenten veel teveel suikers binnen en een eenzijdige smaakvoorkeur voor zoet.
De overdaad aan suikers leidt tot allerlei gezondheidsproblemen als obesitas, hart- en vaatzieken en diabetes type 2. De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt van een obesitasepidemie. In Nederland komen er wekelijks meer dan 1.000 nieuwe patiënten met suikerziekte (diabetes type 2) bij. Inmiddels kampt bijna de helft (43%) van alle Nederlanders met overgewicht en 1 op de 8 (12%) is zelfs obees. Minister Schippers vertrouwt ondertussen op zelfregulering van de voedingsindustrie. Ze beklaagt zich regelmatig over de torenhoge ziektekosten, maar doet ondertussen vrijwel niks aan ziektepreventie in de vorm van een actief voedselbeleid. Begin december moest ook zij echter concluderen tegenover de Tweede Kamer dat de toezeggingen van de voedingsindustrie om producten gezonder te maken ‘matig ambitieus’ zijn.
Onderzoek groente conserven
foodwatch bezocht bij de grootste 4 retailers Albert Heijn, Jumbo, Lidl en Aldi ieder 1 filiaal en kocht alle groenteconserven, zowel blik als pot (precieze onderzoeksmethode). Van de 170 verschillende conserven bleken er aan 79 suikers toegevoegd. Toegevoegde suikers werden onder andere gevonden in doperwten, wortels, maïs, rode kool, bieten, asperges, spruitjes, tuinbonen en kapucijners. Het suikergehalte (toegevoegd en natuurlijk samen) was het hoogst bij rode kool, die tot 10 gram suiker per 100 gram bevat. Dat is 25 gram suiker bij een dagelijks aanbevolen hoeveelheid van 250 gram groente, oftewel 6 suikerklontjes. Ook bieten en maïs bevatten veel suikers, al is dat bij maïs van nature al vrij hoog. Zelfs aan 6 van de 11 biologische groenten bleken suikers (honing en rietsuiker) toegevoegd. Het betroffen biologische bieten, doperwten en worteltjes.
foodwatch vindt het absurd dat suikers zelfs aan groente worden toegevoegd: “Er wordt overal suiker aan toegevoegd, zelfs aan groente: soms veel, soms weinig, maar alles bij elkaar veel teveel. De voedingsindustrie maakt de winst waarvoor burgers en de gezondheidszorg de prijs betalen. Het is hoog tijd dat de overheid de voedingsindustrie hierop eindelijk eens aanpakt.”
Het Regionaal Bureau voor Europa van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/Europe) heeft voor diverse voedsel categorieën adviezen opgesteld zodat ‘een product goed past in een gebalanceerd voedingpatroon’. Groenteconserven met toegevoegde suikers voldoen hier niet aan. Ook het Voedingscentrum laat conserven met toegevoegde suiker buiten de schijf van vijf. Bijkomend effect van suikertoevoeging is dat met name kinderen door alle toegevoegde suikers andere smaken niet leren waarderen en een voorkeur krijgen voor zoet. Dit kan langdurig effect hebben op eetgedrag.
Obesitasepidemie Steeds meer mensen hebben last van overgewicht. De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt zelfs over een obesitasepidemie. Nederlandse artsen noemen obesitas dé belangrijkste bedreiging van onze gezondheid. Een oorzaak hiervan is dat er aan de meeste bewerkte producten veel suikers worden toegevoegd. Als gevolg hiervan is de gezondheidsschade door ongezond eten ondertussen groter geworden dan van roken, onveilige sex, alcohol en drugs samen.
Inmiddels heeft bijna de helft (43%) van alle Nederlanders overgewicht. Hierdoor hebben steeds meer mensen een verhoogde kans op obesitas, hart- en vaatziektes en diabetes type 2, en stijgen de zorgkosten sterk. Jaap Seidell, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zegt dan ook in zijn boek Tegenwicht: “Dik worden is geen abnormale reactie op een normale omgeving, maar een normale reactie op een abnormale omgeving.” Door de overdadige toevoeging van suikers, vet en zout aan het overgrote deel van het supermarktassortiment, krijgen consumenten ongemerkt teveel van deze stoffen binnen. Daarnaast wordt je als consument op elke straathoek verleid tot het eten van junkfood. Deze obesogene omgeving is de krachtige motor achter de wereldwijde obesitasepidemie.
Zelfregulering voedingsindustrie faalt
De Nederlandse overheid heeft met de voedselindustrie afspraken gemaakt om hoge zout-, suiker- en vetgehaltes in voedsel te reduceren in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Maar deze afspraken zijn zeer zwak en worden zelfs door de wetenschappelijke adviescommissie die de minister zelf heeft aangesteld, als weinig ambitieus af geserveerd. Specifiek voor de ketenafspraak van de productgroep conserven geldt dat is beloofd om minder zout te gaan gebruiken. Over de toevoeging van suiker aan conserven zijn geen afspraken gemaakt. In haar bovenvermelde brief aan de Tweede Kamer van 9 december kondigt minister Schippers aan dat de sector begin 2017 met maximumnormen voor suiker in conserven zal komen.
Het ontbreken van een integrale aanpak van zowel zout, suiker als vet in productgroepen is een veel terugkomend kritiekpunt van de Wetenschappelijke Adviescommissie. Omdat vet, suiker en zout door de voedingsindustrie als inwisselbare smaakmakers worden gezien, valt te vrezen dat een reductie van het ene ingrediënt zal leiden tot verhoging van het andere. Het netto gezondheidseffect zal dan vrijwel nihil zijn.
Wat wil foodwatch
foodwatch wil dat de overheid meer doet om de obesogene omgeving aan te pakken. Minister Schippers moet haar naïeve geloof in zelfregulering loslaten; de voedingsindustrie waakt niet over de gezondheid van de consument. Dat hoort de overheid te doen. foodwatch vindt in haar oproep steun bij de Wereldgezondheidsorganisatie, waarvan directeur-generaal Margaret Chan onlangs nog moest vaststellen: “Het is geen enkel land gelukt om de obesitasepidemie in alle leeftijdsgroepen tot stilstand te brengen. Dit ligt niet aan een gebrek aan individuele wilskracht. Dit ligt aan een gebrek aan politieke wil, om het gevecht met de voedselindustrie aan te gaan.”
Consumenten helpen gezonder te eten is te bereiken middels een combinatie van maatregelen, zoals duidelijke etiketten op levensmiddelen, een lagere belasting op gezond voedsel dan op ongezond voedsel. Frisdrank- en junkfoodproducenten zou de toegang tot scholen ontzegd moeten worden, en de overheid zou reclame voor junkfood gericht op kinderen moeten verbieden. Ook waarschuwingen voor suikerhoudende producten (zoals dranken) helpen mensen bij het maken van een gezonde keuze.