Wageningse voedingswetenschappers overschrijden gedragscode
Helft bijzonder hoogleraren voeding WUR niet transparant over nevenwerkzaamheden
- Bijna de helft van de door foodwatch onderzochte bijzonder hoogleraren voeding van Wageningen Universiteit (WUR) maken hun nevenwerkzaamheden niet (allemaal) openbaar toegankelijk op hun universiteitsprofielpagina.
- De Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit en de universitaire regels rond nevenwerkzaamheden worden hierbij overtreden.
- WUR scoort vier keer slechter dan het gemiddelde dat de Vereniging van Universiteiten (VSNU) rapporteert.
- Foodwatch roept WUR, de VSNU en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op een verklaring te leveren en naleving van de transparantieregels te verzekeren.
>> Klik hier voor het onderzoeksrapport
In 2007 zetten de Nederlandse universiteiten afspraken op papier om de nevenwerkzaamheden van hoogleraren openbaar te maken. Transparantie over nevenwerkzaamheden is in het geval van bijzonder hoogleraren extra belangrijk, aangezien hun leerstoel door een derde partij wordt gefinancierd. Dit kan, samen met de nevenwerkzaamheden, het risico op (de schijn van) belangenverstrengeling vergroten. Transparantie over nevenfuncties is noodzakelijk voor onafhankelijke wetenschap. Uit onderzoek van voedselwaakhond foodwatch blijkt echter dat de afspraken rond nevenwerkzaamheden, 13 jaar later, nog steeds niet voldoende worden nageleefd. Bijna de helft van de bijzonder hoogleraren voeding op Wageningen University & Research voldoet niet aan de regels.
Elif Stepman, campagneleider bij foodwatch: “Nu er steeds meer samenwerking is tussen bedrijven en universiteiten en dus ook een groter risico op belangenverstrengeling, moeten de banden met de industrie 100% transparant zijn. Het komt het vertrouwen in de wetenschap niet ten goede als we zelfs daar niet op kunnen rekenen.”
Scoort WUR slechter dan het gemiddelde?
Volgens de Vereniging van Universiteiten (VSNU), die rapporteert over de registratie van nevenwerkzaamheden, hebben de universiteiten de afgelopen jaren “flinke vooruitgang geboekt met de registratie van nevenwerkzaamheden” (…) “Bij de bijzonder hoogleraren heeft 88% zijn of haar nevenwerkzaamheden in 2019 ingevuld, waar dit in 2017 nog 64% was.” Dit cijfer verschilt sterk van de onderzoeksresultaten van foodwatch. Elf van de 24 bijzonder hoogleraren voeding (46%) hebben hun nevenwerkzaamheden niet (allemaal) openbaar toegankelijk gemaakt op de universiteitsprofielpagina. Acht van deze elf hebben een nevenwerkzaamheid bij een commercieel bedrijf, waaronder BASF, Corbion en Unilever. Vier hebben zelfs helemaal geen universiteitsprofielpagina. Doet WUR het dan slechter dan het gemiddelde? Of schort er iets aan de inventarisatie van de VSNU?
Loze beloftes
Ook andere onderzoeken uit de afgelopen jaren tonen een veel minder optimistisch beeld. Uit het onderzoek van de Groene Amsterdammer in 2013 bleek 44% van bijna 600 onderzochte hoogleraren één of meer commerciële nevenfuncties te hebben en liet transparantie te wensen over. Een volgend onderzoek van de Groene (2014) concludeert dat een derde van de nevenwerkzaamheden niet op de persoonlijke profielpagina’s van de websites van de universiteiten staat. Na beide onderzoeken beloofde het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap actie te ondernemen. De Staatssecretaris verzekerde na Kamervragen van GroenLinks (2013): “Ik blijf over dit onderwerp met de VSNU in gesprek. Signalen dat er zaken misgaan, zal ik daarbij aankaarten.” Na Kamervragen van SP in 2014 stelde de Minister: “Ik heb de VSNU dan ook om opheldering gevraagd. (…) Bij de bijzonder hoogleraren heeft de VSNU herhaald dat de registratie nog niet goed op orde is.”
Naar aanleiding van het huidige onderzoek van foodwatch stelt SP opnieuw Kamervragen aan de Minister van OCW.
Schimmige rapportage
Aangezien het positieve beeld van de VSNU niet overeenkomt met de onderzoeksresultaten van foodwatch, vroeg foodwatch meer duidelijkheid over de inventarisatie. De VSNU reageert dat ze de inventarisatie helemaal niet zo uitgebreid doen en alleen een sectoroverzicht voorzien, zonder inhoudelijke toets: de universiteiten blijven zelf verantwoordelijk. Ook de wijze van het openbaar maken van de nevenwerkzaamheden laat de VSNU over aan de instellingen.
Zonder gedeelde regels, onderzoeksmethode en controle van de resultaten is het volgens foodwatch onmogelijk om een goede inventarisatie aan te leveren. Dit is problematisch, aangezien het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich op de rapportage van de VSNU baseert om een goede inschatting te maken van (het gebrek aan) transparantie over nevenwerkzaamheden.
Stop de uitverkoop van wetenschap
Foodwatch overhandigt het rapport met een begeleidende brief aan WUR, de VSNU en het Ministerie van OCW. Foodwatch roept hen daarbij op op het gebrek aan transparantie over nevenwerkzaamheden verder te onderzoeken, eenduidige regels en onderzoeksmethoden te hanteren en overtreding van de regels aan te pakken.
Lees hier de brieven naar:
- de commissie wetenschappelijke integriteit van Wageningen University & Research
- de Vereniging van Universiteiten (VSNU)
- de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Het onderzoek naar transparantie over nevenfuncties maakt deel uit van de foodwatch-campagne tegen de uitverkoop van de wetenschap. Foodwatch wil dat de consument kan vertrouwen op onafhankelijke – en op z’n minst transparante – voedselwetenschap en roept wetenschappers, beleidsmakers en consumenten op het manifest ‘Stop de uitverkoop van wetenschap’ te onderschrijven.