Voedselingrediënten die illegaal zijn behandeld met het in Europa verboden ethyleenoxide circuleren al meerdere maanden op de Europese markt. Mogelijk is dit al jaren aan de gang. Nog altijd komen er nieuwe meldingen binnen over met teveel ethyleenoxide vervuilde voedingsmiddelen. En dat terwijl we in 2020 al het grote ‘Sesamzaadschandaal’ hebben gehad. In de eerste jaarhelft van 2021 is er gemiddeld iedere dag één nieuwe melding verschenen op het Europese netwerk voor voedselveiligheidsmeldingen (RASFF).
Giftige partijen E410 op de Europese markt
Mede door druk van foodwatch heeft de Europese Commissie nu besloten dat alle met te veel ethyleenoxide vergiftigde voedselproducten uit de handel moeten. Momenteel zijn er meerdere partijen Johannesbroodpitmeel (E410) gemeld die verontreinigd zijn. Dit additief is in Nederland vooral in ijsjes en bakkerijproducten verwerkt. Het is volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) nog onduidelijk om hoeveel producten het in Nederland precies gaat, maar uit de RASFF-database blijkt dat er in ieder geval vijf partijen met vergiftigd Johannesbroodpitmeel Nederland als bestemming hadden. En dus mogelijk zijn verwerkt in voedingsmiddelen. Bij één partij is zelfs 290 keer zoveel de maximaal toegestane hoeveelheid gemeten.
Er is geen veilige blootstelling
De NVWA is in haar Jaarbeeld 2020 duidelijk over het gevaar van ethyleenoxide. Het probleem volgens de NVWA is dat ethyleenoxide een genotoxische stof is, die kanker kan veroorzaken. Dat betekent dat er geen veilige blootstelling bestaat.
Dit had nooit in het schap gemogen
In Nederland zijn sinds september 2020 ruim 2.300 meldingen gemaakt van vergiftigde partijen en zijn tientallen levensmiddelen teruggeroepen (hier te vinden op de website van de NVWA). De ingrediënten en grondstoffen die met ethyleenoxide zijn behandeld voldoen niet aan de Europese en Nederlandse voorschriften. Ze hadden nooit in de supermarkten mogen liggen.
Voorzorgsbeginsel zou in alle lidstaten moeten gelden
In dit voedselschandaal heeft Frankrijk vanaf het begin het voorzorgsbeginsel toegepast. Als iets niet 100% wordt vertrouwd dan wordt het teruggehaald, totdat de veiligheid wetenschappelijk is bewezen. Sinds afgelopen najaar zijn daar al haast 7.000 verontreinigde producten teruggeroepen. Van sesam tot ijs, peper, gember, sjalotten, koffie, brood, koekjes en kant-en-klaarmaaltijden. Omdat sommige lidstaten in de Europese Unie besmette producten, (momenteel vooral ijsjes), niet hebben teruggeroepen, heeft foodwatch de Europese Commissie gewaarschuwd. De consumentenrechtenorganisatie is blij dat de Europese verordening die sinds 2002 de veiligheid van de gezondheid van de Europeanen garandeert, nu echt wordt toegepast.
Foodwatch voert de druk op
Op Europees niveau heerste chaos over de evaluatie van het risico van deze giftige stof die domweg verboden is. Daarom heeft foodwatch de Europese Commissie en de lidstaten per brief gewaarschuwd over de niet-naleving van de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften door verschillende Europese landen. Foodwatch Nederland, Duitsland en Frankrijk hebben ook druk uitgeoefend op hun respectieve regeringen en handhavingsinstanties om zo consumenten te beschermen.
Besluit Europese Commissie, reactie NVWA
De Europese Commissie heeft nu besloten: alle lidstaten zullen de gezondheid van Europeanen moeten garanderen. Met ethyleenoxidebesmetting aangetaste producten, waaronder ijsjes die johannesbroodpitmeel (E410) bevatten, moeten massaal uit de handel worden genomen.
De NVWA heeft inmiddels gereageerd: “Fabrikanten, handelaren en retailers zijn er zelf verantwoordelijk voor dat de levensmiddelen die zij produceren of verkopen aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen. […] Dat betekent dat bedrijven een publiekswaarschuwing dienen uit te doen als de producten waarin het verontreinigde E410 is verwerkt, de consument heeft bereikt.”
Lidstaten interpreteren EU-wetten naar eigen vgoeddunken
Europese verordeningen moeten beschermend voor burgers zijn, maar worden vaak slecht toegepast in de lidstaten. Lidstaten eigen zich het recht toe de wetten naar eigen goeddunken te interpreteren.
Dit voedselschandaal toont eens te meer aan dat de druk van onafhankelijke organisaties zoals foodwatch, een tegengeluid vanuit de burgers, helaas noodzakelijk is en bijdraagt tot het garanderen van de voedselveiligheid van alle Europeanencampaigner foodwatch Nederland
Het is in Nederland bij wet geregeld dat de verantwoordelijkheid om producten terug te roepen bij voedselproducenten en verkopers ligt. Zij hebben de plicht om een melding te doen bij de NVWA, die vervolgens optreedt en/of handhaaft. De NVWA is toezichthouder, en opereert op basis van wet- en regelgeving. Ze zien er op toe dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen en als dat niet gebeurt, treden ze op.
Foodwatch wil het anders geregeld zien. De handhavende instantie moet in de toekomst onmiddellijk zelf actief producten kunnen terugroepen van de markt als ze besmet zijn. En dit niet langer aan producenten en verkopers zelf over te laten. Op Europees niveau hebben we het voorzorgsprincipe niet voor niets afgesproken.