Een nieuwe opiniepeiling in opdracht van voedselwaakhond Foodwatch wijst uit dat 72% van de consumenten niet weet wat separatorvlees is. 74% van de respondenten weet niet in welke producten separatorvlees zit. Diepgravend onderzoek door Foodwatch wijst bovendien uit dat de Staat haar zaken niet op orde heeft als het gaat om de traceerbaarheid en verwerking van dit vlees, dat zeer gevoelig is voor bacteriën.
Separatorvlees is de amorfe roze of grijze vleesmassa, ook wel gekend als ‘spuitvlees’, ‘schraapvlees’ of ‘pink slime’, verkregen uit de karkassen van geslachte dieren. Vooral bij pluimvee, soms varkens. Separatorvlees wordt mechanisch met een lage- of hogedrukmachine van de resten van de botten gesepareerd. Het hogedruk-separatorvlees is zo fijn van structuur dat het een soort vleespasta of pink slime wordt. Uiteindelijk komt het terecht in producten als frikandellen en kipnuggets. Een groot deel wordt ook verwerkt in diervoeding.
Het gebrek aan inzicht over separatorvlees ligt niet aan de consument: ook de Nederlandse Waren- en Voedselautoriteit (NVWA) en ministerie van Volksgezondheid kunnen foodwatch niet precies vertellen hoe het zit. De Staat heeft simpelweg geen idee wie, waar, hoeveel separatorvlees produceert, verwerkt en distribueert en hoeveel separatorvlees in Nederland aanwezig is en wordt geconsumeerd. Dit is problematisch.
Separator vlees brengt de nodige risico’s met zich mee. Ten eerste een gezondheidsrisico: bacteriën voelen zich heerlijk in het roze goedje, wat al snel kan uitgroeien tot gevaarlijke aantallen. Ten tweede een frauderisico: separatorvlees kan (voor een duurdere prijs) als vers of kwaliteitsvlees verkocht worden, zonder vermelding op het etiket. Ten slotte weet je ook niet wat je eet: het zou kunnen dat je geliefde portie kipnuggets naast kip ook varken bevat.
Uit de opiniepeiling blijkt dat consumenten bacteriële groei het ergste risico (67%) vinden. Hierna volgen fraude (23%) en (ongewilde) consumptie van kip of varken (10%).
We hebben vaak gezien dat consumenten nietsvermoedend voedsel eten waar iets mis mee is. Of veel te veel geld uitgeven terwijl dat niet terecht is. Het is dan ook van groot belang transparante voedselketens te hebben. Maar voor separatorvlees kunnen we eenvoudigweg geen beeld krijgen van de keten. Nu blijkt dat de Nederlandse bevolking ook weinig tot niets weet over separatorvlees is het tijd voor actie.directeur foodwatch Nederland
De productieketen van separatorvlees kenmerkt zich door een gebrek aan traceerbaarheid, capaciteit en handhaving. Daarmee breekt de Nederlandse staat de Europese wet. Als de productie van ‘pink slime’ niet aan strenge eisen voldoet brengt dat risico’s met zich mee.
- Geen traceerbaarheid: niemand weet in welke producten separatorvlees zit en waar het wordt geproduceerd, ook de staat niet.
- Geen handhaving: de staat handhaaft Europese voorschriften (omtrent de productie, hygiëne en etikettering van separatorvlees) niet of legt ze bewust naast zich neer.
- Geen capaciteit: het toezicht van de NVWA op separatorvlees en de vleesindustrie is ontoereikend, wat de voedselveiligheid in gevaar brengt.
Naar aanleiding van de opiniepeiling van foodwatch geeft 94% van de consumenten aan dat ze het belangrijk vinden dat hier verandering in komt: de overheid en de NVWA moeten inzicht verkrijgen in de traceerbaarheid van separatorvlees en de Nederlandse consument beschermen tegen de bijhorende risico’s. Foodwatch heeft de Nederlandse overheid via een brief om opheldering gevraagd en eis volledige transparantie en bewijs dat Nederland voldoet aan de wet op voedselveiligheid.
Foodwatch blijft zich sterk maken om deze misstanden structureel aan te pakken. Maar dat kunnen we niet alleen. Alleen samen kunnen we blijven strijden voor ons recht op eerlijk, gezond en veilig voedsel.
Help je ook mee? Steun ons met een (extra) bijdrage >>
Risico's separatorvlees
De productie van separatorvlees moet aan strenge eisen voldoen, om geen risico’s met zich mee te brengen. De risico’s zijn namelijk aanzienlijk:
- Bacteriële groei: Vlees is sowieso ‘risky business’ voor de voedselveiligheid, maar als vlees met hoge druk van de botten wordt gespoten – en het spierweefsel dus verandert - verhogen de risico’s. Omdat het separatorvlees zo fijngemalen is, voelen bacteriën zich er goed thuis en kunnen daardoor sneller tot gevaarlijke aantallen uitgroeien. Voordat separatorvlees in producten verwerkt is, bevat het vaak te veel ziekmakende bacteriën.
- Fraude: Separatorvlees is één van de goedkoopste vleesproducten. Het is fraudegevoelig: het kan (voor een duurdere prijs) als vers of kwaliteitsvlees verkocht worden, zonder vermelding van separatorvlees op het etiket.
- (Ongewilde) consumptie van kip of varken: Het overgrote deel van dit mechanisch verkregen (separator)vlees komt van kippen, de rest van varkens. De consumptie van bewerkte vleesproducten als frituursnacks kan ook kip- of varkenseparatorvlees bevatten, wat mogelijk niet strookt met bepaalde overtuigingen of voorkeuren.
Staat ‘separatorvlees’ vermeld op het etiket van voedingsmiddelen?
Als een fabrikant vlees toevoegt aan een product mag het geen vlees worden genoemd. Op het etiket moet uitdrukkelijk ‘separatorvlees’ staan. Als je eens in de supermarkt op de etiketten van vleesproducten kijkt, kom je dit echter vrijwel nooit tegen. Terwijl het wel in talrijke producten zit.
Is separatorvlees voldoende traceerbaar?
Uit een steekproef van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in 2013 bleek dat het separatorvlees, voordat het in producten verwerkt is, al vaak te veel ziekmakende bacteriën bevat. Bovendien werd bij 80% van de inspecties separatorvlees niet (goed) vermeld op de etiketten van voedingswaren. Traceerbaarheid is echter cruciaal voor preventie. Aan de hand van informatie op (de verpakking van) een levensmiddel, moet de keten van distributeurs en producenten teruggevoerd kunnen worden. Tot aan de boer en grondstoffen. Traceerbaarheidsverplichtingen zijn dé waarborg om in te grijpen als een voedselschandaal zich voordoet.
Foodwatch heeft in 2021 een onderzoek laten uitvoeren door onderzoeksinstituut Profundo naar de Nederlandse separatorvleesmarkt. Dit onderzoeksrapport laat zien dat het vrijwel onmogelijk is om een goed inzicht te krijgen in de separatorvleesindustrie: deze industrie is bijzonder non-transparant. Foodwatch legt, onder meer aan de hand van Wob-verzoeken (beroep op de Wet openbaarheid van bestuur), bloot dat ook de staat simpelweg geen heeft wie, waar, hoeveel separatorvlees produceert, verwerkt en distribueert. Noch hoeveel separatorvlees in Nederland aanwezig is en wordt geconsumeerd. De minister van Volksgezondheid bevestigt verder in een antwoord op Kamervragen (november 2020) over separatorvlees: “De NVWA […] houdt geen centrale bestanden bij van productiehoeveelheden en consumptiehoeveelheden.”
(Hoe) wordt er gehandhaafd op separatorvlees?
Omdat de productie van separatorvlees zo gevoelig is voor onveilige situaties, gelden er bijzondere Europese (productie)voorschriften voor separatorvlees.
Vanuit de Europese Unie zijn specifiek voorschriften geschreven voor separatorvlees, omdat het – indien ‘fout’ geproduceerd – significante gezondheidsschade kan teweegbrengen (Bijlage III, Sectie V, van Verordening (EU) 853/2004). Zo mag separatorvlees niet direct aan consumenten verkocht worden, alleen via vleesbereidingen die eerst een speciale hittebehandeling hebben ondergaan. Ook moet separatorvlees altijd onmiddellijk na het uitbenen van het karkas verkregen worden. Dat laatste weigert de NVWA echter te hanteren, omdat ze deze extra voorzorgsmaatregel niet nodig acht. Dit bevestigt DG Sante (Europese directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid) in haar audit in 2015.
Ook eerder, in 2012, sprak DG Sante zich vernietigend uit over de controles en handhaving van de NVWA: “[De NVWA is er] niet in geslaagd bepaalde voorschriften inzake algemene hygiëne, op HACCP gebaseerde procedures en specifieke voorschriften voor de productie van separatorvlees te doen naleven.(…) Bovendien is het standpunt van de Nederlandse bevoegde autoriteiten met betrekking tot de etikettering voor eindgebruikers van producten die separatorvlees bevatten, niet in overeenstemming met de desbetreffende EU-wetgeving en worden de EU-voorschriften inzake etikettering voor eindgebruikers niet gehandhaafd.”
Is er voldoende toezicht en controle op separatorvlees?
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is niet uitgerust om preventief op te treden tegen voedselschandalen. Foodwatch trekt al jaren aan de bel over het gebrek aan transparantie, controle en handhaving door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De politiek is zich hier ook van bewust: er zijn de afgelopen jaren veel moties in de Tweede Kamer ingediend tegen de NVWA. Uit de motie van de PvdA over de NVWA: “[…] overwegende dat vanuit maatschappelijke organisaties en de justitiële keten ook wordt gewezen op tekortkomingen en indringend wordt gevraagd om verbetering van het systeem van toezicht en handhaving.”
Een rapport over de NVWA (Deloitte, 2020) laat een schrikbarend beeld zien van de stand van zaken bij de NVWA, mede op het terrein van voedselveiligheid in de vleesindustrie. Het rapport wijst uit dat dat de NVWA voor 100 van de 152 taken ontoereikende capaciteit heeft. Dit ondanks dat, ook in de definitie van Deloitte, toezicht op de vleesindustrie noodzakelijk is: om ervoor te zorgen dat vlees volgens de wettelijke regels voor voedselveiligheid wordt geproduceerd. En om te voorkomen dat vlees, dat ongekeurd of niet geschikt is voor menselijke consumptie, verhandeld wordt.
Een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (2014) trekt ook niet bepaald opbeurende conclusies: de NVWA heeft een onvolledig beeld van kwetsbare ketenschakels en productiestromen (bijvoorbeeld dierlijke bijproducten). Het FD voegt hier aan toe dat de NVWA met een dermate groot personeelstekort zit, dat de voedselveiligheid in gevaar komt.
Het voorgaande geeft zeer negatief beeld over de staat van het Nederlandse toezicht op en handhaving van de traceerbaarheid van separatorvlees – en van de voedselveiligheid in de vleesindustrie.
Treedt de staat preventief op om schandalen te voorkomen, zoals voor separatorvlees?
In Europa hebben we sinds 2002 een algemene voedselwet, de General Food Law (EC Regulation 178/2002). Deze wet is opgesteld naar aanleiding van de BSE-rundvleescrisis uit de jaren ‘90. Doel van de wet: het beschermen van de gezondheid van alle Europeanen en het consumentenbelang, door preventief op te treden tegen gezondheidsgevaren en misleiding op het gebied van voedsel. In de praktijk schiet het preventief optreden tegen voedselschandalen en de bijhorende risico’s voor de gezondheid echter schromelijk tekort. Dit zagen we in Nederland via onder meer de schandalen met paardenvlees en fipronil en meer recent het ethyleenoxide-schandaal. Zeker vleesschandalen (zie infographic) zijn schering en inslag.
Zonder goede traceerbaarheid, zoals bij separatorvlees, is het vragen om een nieuw voedselschandaal. Dit wordt ook treffend weergegeven in een Europese Verordening (‘Guidance document on the GFL’, een toelichting bij Verordening (EU) 178/2002): “Past food incidents have demonstrated that being able to trace food and feed throughout the food chain is of prime importance for the protection of public health and consumers’ interests.”
Tal van voedingsschandalen hebben in het verleden plaatsgevonden. Met het voor separatorvlees geldende gebrek aan traceerbaarheid is het vragen om problemen, in de vorm van een volgende crisis.